Freek 9: DonderFreek

Freek heeft alles al gezien. De doorgesnoven drugselite en de kunstzinnig dansende ecstasyvrouwen in kamerjassen. Blote voeten op een koffietafel en dichte peperkleurige haren aan onderontwikkelde kinnen. Huisfeesten waar iedereen buiten staat te roken en binnen de onbetwiste bierpongheerschappij voortbanjert in het derde levensuur van de druilerige nacht. Freek zag meisjes moeders worden onder het luide geflikker van goedkope stroboscopen. Hij zag vage vuurtjes handen van zestienjarigen passeren. Als in de jaren ’60 iemand op een feest een overdosis overkwam, kwam het schijnbaar vaak voor dat men de ongelukkige gewoon liet liggen, en het feest zich in een andere gang voortzette. Dat las Freek laatst in een krant die zich de apathie aan het hart ging. Er was eens een konijntje dat myxomatose had en grote tumoren uit de kop had groeien. Hij zat zo langs de weg en de verkiezingen kwamen eraan en misschien ook een auto of een grote roofvogel. Maar het zou waarschijnlijk echt wel even duren. Freek zag de feestjes met glazuur op de rot. De feestjes met taart en vriendinnen en groene oplossingen. De feestjes met zure oude mannetjes die het dansen niet meer durfden en volgende zomer vijfentwintig zouden worden. De feestjes met opgestapelde kratten als langzame treinen die met het zonlicht mee marcheren op het rinkelende ritme van de tandeloze tijd. De slijtage van vermoeide konten die drillen in de ochtend vanwege Major Lazer. De vuige blikken van de laatste vijf mannen die om de kapotgetrokken schouders van de laatste vrouw cirkelen. Als biddende valken. Om een kankerkonijn.

En waarom?

Nationalisme is als liefde
Het wordt vaak gebruikt als reden
Ik koop bloemen, ik heb seks, ik ga uit eten
Want ik hou van je
En dat legt uit maar definieert niet
Nationalisme.
Liefde voor je land
Een kogel door je kop krijgen
Je nek openklauwen om lucht te krijgen want je keel zit vol mosterdgas
Onceremonieel een massagraf delen met twintig onbekende Otto’s
Fritz de Kriegsfreiwilliger die het 15 dagen volhield
Als offer.
Waaraan?
3000 studenten die een machinegeweer chargeren
Tuinen bombarderen
500 kilometer van je moeder kruipen door een krater
Welke leugen heb je geloofd?
Welke waarheid dwingt je tot de prikkeldraad?
Pruisische naam deelt graf met 11 resten uit Heidelberg voor een tulpenheuvel
En nazi’s salueren je
Ben je daar trots op?

Peters Problemen

Peter is een pinguïn. Pinguïns kunnen niet praten, en bezitten over minder menselijke kenmerken dan je zou verwachten aan de hand van dit verhaal, maar dat maakt de problemen van Peter minder  makkelijker over te brengen, daarom heb ik Peters verhaal ietwat uitgebreid zodat de lezer zich er meer mee kan vergelijken.

Peter is de tweede zoon van een liefhebbende pinguïnfamilie, en daarbij een schrandere jonge vogel. Peter is nu aan het begin van zijn pinguïnpropedeuse in een studie die hij in zijn woorden “machtig interessant” vindt. Hij schrijft aan werkstukken over waarschijnlijke distributie van midden tot grote vissen direct onder de wateroppervlakte aan de hand van waarnemingen van vooraanstaande pinguïnwetenschappers. Als hij in de avonden, die lang duren waar Peter woont, genoeg heeft van zijn studeren gaat hij vaak naar zijn vrienden om te ontspannen. In zijn relatief korte leven is Peter gelukkig een paar keer verliefd geweest.

De eerste keer vond hij een pinguïnmeisje zo leuk dat zodra ze met hem meeging vissen hij eigenlijk teleurgesteld was met hoe langzaam ze zwom. In zijn hoofd zwom het op en neer bewegende visioen van verliefdheid hem vele malen voorbij, maar eenmaal ingehaald was het hem allemaal om het even.

De tweede keer kreeg Peter een relatie met een meisje dat op hem af kwam. Hij leerde van haar houden zonder iets beters te verwachten. Ze zwom niet snel, ze schreeuwde niet luid en kloek, ze had geen mooie witte boezem als de pinguïnvrouwen op de kleverige tussenpagina’s van vieze pinguïnblaadjes, maar ze was lief en slim. Natuurlijk helpt lief zijn niet zo goed als snel kunnen zwemmen met een orka achter je aan. En in die rode waaier van uiteen getrokken pinguïnledematen zag Peter naast de zwemvliezen van zijn (hopelijk al ex) vriendin zijn leven aan zich voorbijvliegen. Als hij nooit wat zou verwachten, zou hij blijven zitten met niets. Maar romantische idealen zouden alleen maar tot teleurstelling leiden. Hij besloot daarom realistisch te zijn over de liefde.

De derde en nog relatief recente keer dat Peter verliefd was besloot Peter dan ook maar te accepteren dat zij met andere pinguïns ging vissen, aangezien hij geen noodzaak zag daar een probleem van te maken. Post-puberale Peter de pinguïn zag vissen als een simpele handeling, zoals elkaar de hand schudden. Sommige mensen zijn verbazingwekkend goede handschudders, die elke keer instinctief hun hand goed in de andere persoons palm weten te manoeuvreren. Sommige mensen hebben een genetisch voordeel omdat hun handen gemakkelijker vast te houden zijn, of groter zijn dan anderen. Je weet immers wat ze zeggen over mensen met grote handen. Toch was Peter niet ongevoelig, en elke keer dat hij haar vertelde dat hij het geen probleem vond, dat liefde boven simpel vissen stond, en dat hij nog steeds van haar hield, loog hij een beetje meer tegen zichzelf. Nu is het doorgaans geen probleem om tegen jezelf te liegen, redeneerde Peter, maar tegen anderen liegen over jezelf is een grote zonde. En met elke onderdrukte woede-uitbarsting voelde hij zijn liefde voor deze prachtige pinguïnvrouw verbitteren. Peter zou zo graag een gemeende knuffel willen krijgen, maar waar Peter woont sta je alleen dicht bij elkaar als je baby’s gaat krijgen. En Peter voelt zich daar echt nog niet klaar voor. Dat doet hij bijna nooit.

Freek 8: Freekspeare in Love

Freek zou graag getuige willen zijn van een spoorwegongeluk. Freek is veertien en typt liefdesgedichten op zijn uitschuifmobieltje. Hij heeft een wekker die hij niet gebruikt tegenover zijn bed staan. Hij luistert graag naar het getik terwijl hij plichtmatig klauwt naar een blikje bier. Freek zou doordeweeks minderen maar hij is op dat punt van dronkenschap dat zijn gevoel als een slecht passend masker van zijn gezicht af glijdt en hij enkel apathisch voor zich uit wil staren. Op deze momenten draait Freek graag muziek uit zijn pubertijd. Hij schreef gedichten over de wereld onder de waterspiegel en misschien dan toch eens seks. Hij luisterde muziek die een vorige generatie vrijheid beloofde en hem een connectie met zijn vader verschafte. Hij mag de Lp’s erven.

Freek heeft een bijbel op zijn nachtkastje liggen maar kijkt er liever niet in. Om zijn schouders hangt een overdreven grote Eastpack en soms hoopt hij dat iemand een misstap zou maken op het moment dat de intercity langs raast. Dat een voet verkeerd wordt neergezet en een vallend been een lichaam meetrekt. Dat elke omwenteling door het geraas wordt overstemd en hij erbij zou zijn. Gewoon om te kijken. Naar een man die zichzelf een redder kan wanen, draadjes vermalen regenjas, een opengescheurde tas en derde klas wiskunde. Naar huis gaan en een pretentieus gedicht in het Engels typen. Je handen wassen, aan tafel gaan, en nog een beetje lijden onder Pontius Pilatus.

– Freekonaleash

Freek 6: Freeking bad

Freeks bed staat onder een raam dat uitkijkt op een reeks Utrechtse achtertuinen, omlijst door de lelijke achterkanten van statige gevelpanden. Elke herfst klimt een man ochtenden aaneen op een van die stenen coulissen en timmert aan zijn dak. Hij gebruikt geen touw, ladder, of enige vorm van zekering. Freek voelt zich pas veilig na twintig minuten mobielstaren op de wc. Hij hoopt eens de man te horen gillen. Freek zit soms in volle cafés te kijken naar zijn trillende handen. Hij maakt zich zorgen over Oeganda, klimaatverandering en Thierry Baudet. Freek zou een lege aansteker willen zijn. Hij zou tussen straatstenen willen overblijven na elk feestje en na enkele dagen opgeruimd en gerecycled te worden. Naarmate het dichter bij tien uur is wordt Freek altijd een beetje nerveus omdat de winkel gaat sluiten en hij niet zeker is of hij genoeg drank thuis heeft om de ochtend te halen. Freek is bang dat hij ontmaskerd zal worden. Freeks kont zweet en hij herinnert zich dat toen hij jonger was fantaseerde over een wereld waarin iedereen boven de zestien abrupt verdwenen zou zijn. Hoe hij met zijn vrienden zou regeren over de paar straten tussen zijn huis en de middelbare school en iedereen naar hem zou kijken als nieuwe leider van de post-adultalistische wereld. Hij hield hiermee op toen hij zijn eigen bestaan in zulke situaties steeds minder kon verantwoorden. Freek denkt echter nog vaak dat de wereld beter zou zijn met minder mensen. Niet dat hij mensen dood wil of een matig politiek verantwoorde mening heeft over eugenetica, maar Freek heeft soms het gevoel dat als er niet zeven miljard mensen op de aarde zouden krielen hij een stuk origineler uit de hoek zou komen. Misschien was hij een bittere jonge man.

– Freek on a leash

Freek 5: Freek on a Leash

Freek wil een vrouw slaan. Niet zomaar een vrouw, maar de vrouw recht voor hem. Hij knijpt zijn vuisten samen en stelt zich voor hoe hij haar bij haar blonde haar vast zal pakken, achterover zal trekken, en een flinke stoot op haar kaak zal geven. Hij zou natuurlijk op de slaap mikken maar Freek is geen vechter, dus hij gaat er vanuit dat hij zal missen. Ze staat voor hem te bellen. Niet met een mobiel tegen haar kop, maar voor zich uit starend met een paar oortjes in en een microfoon daar ergens in die witte draad die naar haar binnenzak loopt. Ze piept over paperassen en treinen en de wind die zo koud is. En Freek wil haar schouders vastpakken en zijn knie in haar borst begraven want de kankerhoer loopt in de weg van zijn geijsbeer. De bus is laat en haar man – dit soort vrouwen zijn onvermijdelijk getrouwd – wordt blijkbaar niet gek van dit gezeik over geld en gewoontes en Freek heeft een mes in zijn tas. Hij nam hem mee van zijn vriendin gisteren. Hij weet niet precies meer waarom maar evengoed was hij vergeten om hem uit zijn tas te halen voor hij hier te wachten stond op de bus. Hoever zou hij het halen? Hij zoekt naar de agenten die doorgaans op de hoek hier staan. Vanwege het concertgebouw ofzo. Als hij straks zou toeslaan, snel, met het mes in zijn vuist geklemd, een keer of vijf zou toesteken? Zou hij überhaupt door haar jas heenkomen? Een keel bloed waarschijnlijk zo hevig. In films in ieder geval wel. Hij ging het er niet op wagen, hij had zijn trui net gewassen. Hij draaide zich om, twee stappen, draaide zich terug om, en daar stond ze nog. De asociale slet. Ziet ze dan niet dat hij hier probeert te wachten? Ze leek een beetje op dat meisje dat laatst van haar fiets was getrokken en waar men twee weken naar heeft gezocht. Groot schandaal. Ze was blond en jong en de dader was al eens veroordeeld voor verkrachting. Freek nam zich voor op te letten of ze dezelfde bus nam.

Freek 4: Alle Dagen van de Freek

Freek speelt een spel. Hij speelt het samen met Tomas. Tomas is een vriend van Freek die hij op het internet ontmoette. Het spel is zo veel mogelijk in bed liggen, en Freek loopt nu al enkele dagen voor. Dit zijn niet normale dagen in bed liggen. Zodra Freek zich weer klaar voelt voor een volgende sessie slaat hij een doos zware drank in, wast zijn beddengoed, en vult de kast met brood en noedels. Hij legt de internetkabel en het verlengsnoer naast zijn matras en steelt kussens door het hele huis voor onder zijn rug. Hij deïnstalleert whatsapp, wist zijn contactenlijst, en vergeet zijn agenda. Dan logt hij in op facebook en stuurt Tomas een foto van hoe hij erbij ligt. En de tijd gaat in.

De eerste dag is makkelijk. Er is eten en drank en pissen is maar even opstaan. Freek kijkt de hele dag Netflixseries. Hij verzucht dat hij dit vaker moet doen. De tweede dag is kort door de kater, en korter door de dronkenschap die erop volgt. De derde dag schijnt de zon en Freek belt met een vriendin. Dag vijf begint om zes uur ’s avonds en vetvlekken portretteren hun pointilisme op Freeks dekens. Dag acht is een mijlpaal. De drank is onderhand wel op en een week in bed liggen kan evengoed als een vakantie tellen. Dag dertien en zijn vriend in Den Haag belde een paar keer. Hij heeft een bar waar Freek gratis kan drinken. Freek hoeft geen gratis drank in Den Haag als zijn huisgenoot zo een kratje komt brengen. Dag eenentwintig is onvermijdelijk. Het is een zonsopgang als een stoomlocomotief die luid razend en opzichtig de dunne lijnen tussen de luxaflex binnendringt en Freek doet schreeuwen en klauwen als een razende kluizenaar. Hij wil een wezen van de nacht zijn. Om tien uur kijkt hij uit zijn kamerraam en vloekt voor zich uit op de remmende auto’s en de giechelende dronken meisjes die langsfietsen. Er stopt om twee uur een koppeltje op zijn straathoek. Ze zeggen elkaar gedag na een uitgaansavond en wanneer de jongen voldaan langsfietst gooit Freek zijn kwartvolle fles naar zijn hoofd. Hij kijkt met voldoening hoe de port een eindje naast de jongen uiteen spat, sluit het raam, en trekt zichzelf af op The Wire.

Er komt een dag dat Freek dood wil. Hij komt meestal niet veel later dan de dag dat Freek zijn plezier om mensen verliest. Op deze dag trekt Freek zich uit bed, slaat zijn ongewassen lichaam in een pak, haalt een fles gin en steelt twintig euro uit de portemonnee van zijn huisgenoot. Hij gaat naar Den Haag om zichzelf te bezatten. Het wordt onvermijdelijk het beste feest ooit want een vriend is jarig en Freek maakt het allemaal net genoeg niets uit dat hij zich in een gezicht en voornamelijk de huidplooien van een vrouw kan verliezen. Freek lacht zichzelf in slaap en logt de volgende morgen in op facebook. Hij bericht Tomas dat hij hem op gaat zoeken in Canada en zijn longen er met een soeplepel uit gaat halen. Freek zegt hem dat hij hoopt dat hij net zo ongelukkig en dronken en kapot is als hijzelf. Tomas mag verdrinken in een vat zoutzuur en hij, Freek, hoopt dat hij ooit nog Tomas’ gezicht mag herkennen op een liveleakfilmpje. En de tijd stopt.

Freek beweegt vaak van bed naar de bank. En soms gaat hij naar de winkel. Hij trekt zich driemaal daags af en poetst zijn tanden zo nu en dan. Hij kijkt vijf uur per dag filmpjes op youtube en op donderdagavonden telt hij de tijd tot het acceptabel is om aan de bar te verschijnen. Niet dat hij zich druk maakt om wat anderen wel niet zouden zeggen – hij betaalt immers zijn eigen drank – maar hoe eerder je begint met drinken, hoe eerder je dronken in bed ligt. En hoe prettig dat ook is, hoe eerder je in bed ligt, des te langer duurt de ochtend. Freek speelt af en toe zijn spel. Freek wil ook eens winnen.

– Freek on a Leash

Freek 3: Prisonfreek

Freek vindt het jammer dat er niemand in zijn directe omgeving is die zelfmoord heeft gepleegd. Hij had graag een brief van de overledene willen ontvangen waarin precies zou staan wat hij fout deed. Hij was niet te beroerd te willen veranderen voor iemand die in zijn of haar laatste gedachten nog even hem ervan langs wilde geven. Vooral als dat betekende dat hij eens wat te doen had. Freek vergeleek zich af en toe met een gelatinepudding. Hij stelde zich voor hoe hij heen en weer drilde met de stoten van de wereld en allerlei meningen en voorkeuren en walgingen had. Maar niemand zou ernaar vragen en niemand zou erom geven. En terecht. Hij was er om te verteren. Hooguit om blij op terug te kijken. Freek vond zichzelf een solide vrachtwagen. Freek zou een boek willen schrijven, maar hij komt nooit verder dan de laatste punt.

– Freek on a Leash

Freek 2: Freeklectric Boogaloo

Freek herkent de luchten van Amsterdam in nat karton naast een papierbak. Voor de voorgevels hoeft hij het ook niet te doen. Freek krijgt zijn lul niet omhoog bij opgeplakte wimpers. Laatst zag hij een filmpje over een rechter die een schuld van 400 euro kwijtschold bij een vrouw wiens zoon was doodgeschoten door haar broer. Hij vroeg zich af hoeveel studieschuld hij kon ontwijken door zijn familie op te hangen.

– Freek on a Leash