Verzameldrang

Jij bent zo iemand die altijd verspreid is over duizend-en-één ervaringen. Ik blijf je verzamelen. Stukje bij beetje, probeer ik vat op je te krijgen, je te grijpen.

 
Ik vind een eerste stukje van je in een foto van 126 jaar oud. In de ogen van een overleden zakenman vang ik een schittering op. Een glimp van jou, meen ik. Een tweede fractie kom ik tegen in een krullende letter L: handgeschreven, ergens gevonden achteraf in een archief op een vergeeld stukje papier, dat ik eigenlijk alleen met handschoentjes aan mag aanraken. Dan opeens vind ik je in de natuur. Een voetafdruk op een spoor verdorde bladeren: ik weet zeker dat jij het was. Of ik hoor je, in het gezucht van een houten krot waar de wind steeds meer grip op begint te krijgen. Soms kom ik je tegen in andere mensen. In het uiterste hoekje van een glimlach van een ex-collega, of in de manier waarop een blond plukje haar de nek van het meisje tegenover me in de trein streelt. En heel af en toe vind ik je dichtbij mezelf. Dan lig ik in bed, net wakker, en meen ik de geur te ruiken die bij jou hoort. Of ik zie je vorm met mijn ogen dicht, als er op een warme zomerdag een lange schaduw valt op mijn gesloten oogleden. Maar dit gevoel vervliegt altijd snel. Je bent overal, maar nooit echt bij mij.

Plaats een reactie