Freek speelt een spel. Hij speelt het samen met Tomas. Tomas is een vriend van Freek die hij op het internet ontmoette. Het spel is zo veel mogelijk in bed liggen, en Freek loopt nu al enkele dagen voor. Dit zijn niet normale dagen in bed liggen. Zodra Freek zich weer klaar voelt voor een volgende sessie slaat hij een doos zware drank in, wast zijn beddengoed, en vult de kast met brood en noedels. Hij legt de internetkabel en het verlengsnoer naast zijn matras en steelt kussens door het hele huis voor onder zijn rug. Hij deïnstalleert whatsapp, wist zijn contactenlijst, en vergeet zijn agenda. Dan logt hij in op facebook en stuurt Tomas een foto van hoe hij erbij ligt. En de tijd gaat in.
De eerste dag is makkelijk. Er is eten en drank en pissen is maar even opstaan. Freek kijkt de hele dag Netflixseries. Hij verzucht dat hij dit vaker moet doen. De tweede dag is kort door de kater, en korter door de dronkenschap die erop volgt. De derde dag schijnt de zon en Freek belt met een vriendin. Dag vijf begint om zes uur ’s avonds en vetvlekken portretteren hun pointilisme op Freeks dekens. Dag acht is een mijlpaal. De drank is onderhand wel op en een week in bed liggen kan evengoed als een vakantie tellen. Dag dertien en zijn vriend in Den Haag belde een paar keer. Hij heeft een bar waar Freek gratis kan drinken. Freek hoeft geen gratis drank in Den Haag als zijn huisgenoot zo een kratje komt brengen. Dag eenentwintig is onvermijdelijk. Het is een zonsopgang als een stoomlocomotief die luid razend en opzichtig de dunne lijnen tussen de luxaflex binnendringt en Freek doet schreeuwen en klauwen als een razende kluizenaar. Hij wil een wezen van de nacht zijn. Om tien uur kijkt hij uit zijn kamerraam en vloekt voor zich uit op de remmende auto’s en de giechelende dronken meisjes die langsfietsen. Er stopt om twee uur een koppeltje op zijn straathoek. Ze zeggen elkaar gedag na een uitgaansavond en wanneer de jongen voldaan langsfietst gooit Freek zijn kwartvolle fles naar zijn hoofd. Hij kijkt met voldoening hoe de port een eindje naast de jongen uiteen spat, sluit het raam, en trekt zichzelf af op The Wire.
Er komt een dag dat Freek dood wil. Hij komt meestal niet veel later dan de dag dat Freek zijn plezier om mensen verliest. Op deze dag trekt Freek zich uit bed, slaat zijn ongewassen lichaam in een pak, haalt een fles gin en steelt twintig euro uit de portemonnee van zijn huisgenoot. Hij gaat naar Den Haag om zichzelf te bezatten. Het wordt onvermijdelijk het beste feest ooit want een vriend is jarig en Freek maakt het allemaal net genoeg niets uit dat hij zich in een gezicht en voornamelijk de huidplooien van een vrouw kan verliezen. Freek lacht zichzelf in slaap en logt de volgende morgen in op facebook. Hij bericht Tomas dat hij hem op gaat zoeken in Canada en zijn longen er met een soeplepel uit gaat halen. Freek zegt hem dat hij hoopt dat hij net zo ongelukkig en dronken en kapot is als hijzelf. Tomas mag verdrinken in een vat zoutzuur en hij, Freek, hoopt dat hij ooit nog Tomas’ gezicht mag herkennen op een liveleakfilmpje. En de tijd stopt.
Freek beweegt vaak van bed naar de bank. En soms gaat hij naar de winkel. Hij trekt zich driemaal daags af en poetst zijn tanden zo nu en dan. Hij kijkt vijf uur per dag filmpjes op youtube en op donderdagavonden telt hij de tijd tot het acceptabel is om aan de bar te verschijnen. Niet dat hij zich druk maakt om wat anderen wel niet zouden zeggen – hij betaalt immers zijn eigen drank – maar hoe eerder je begint met drinken, hoe eerder je dronken in bed ligt. En hoe prettig dat ook is, hoe eerder je in bed ligt, des te langer duurt de ochtend. Freek speelt af en toe zijn spel. Freek wil ook eens winnen.
– Freek on a Leash