Freek vindt het jammer dat er niemand in zijn directe omgeving is die zelfmoord heeft gepleegd. Hij had graag een brief van de overledene willen ontvangen waarin precies zou staan wat hij fout deed. Hij was niet te beroerd te willen veranderen voor iemand die in zijn of haar laatste gedachten nog even hem ervan langs wilde geven. Vooral als dat betekende dat hij eens wat te doen had. Freek vergeleek zich af en toe met een gelatinepudding. Hij stelde zich voor hoe hij heen en weer drilde met de stoten van de wereld en allerlei meningen en voorkeuren en walgingen had. Maar niemand zou ernaar vragen en niemand zou erom geven. En terecht. Hij was er om te verteren. Hooguit om blij op terug te kijken. Freek vond zichzelf een solide vrachtwagen. Freek zou een boek willen schrijven, maar hij komt nooit verder dan de laatste punt.
– Freek on a Leash