De hel is een leeg perron
en er wacht altijd maar één
pas over zes uur schijnt de zon
en gaan de treinen heen
en weer, ze rijden zacht maar door
en bij het wachten duttend dachten
de oosterlingen stil aan grachten,
kil de nachten en ze lachten
oh er gaat een nachttrein ja
zo ver zo ver zo lang nog niet
Oh ik preek van Derrida
Ik zie ik zie wat jij niet ziet